Teuven

De Voerstreek België

Naar de dorpenpagina Klik hier

Teuven Info

Teuven ligt in een prachtig golvend landschap, omringd door uitgestrekte bossen. De neogotische Sint-Pieters-kerk uit 1870 steekt opvallend hoog boven de rest van het dorp uit. Teuven bezit twee kastelen. Vooreerst ‘De Hoof‘, eertijds de woonst van de plaatselijke heren.

Contact
Het centrum van Teuven
Het centrum van Teuven

Teuven

Teuven ligt in een prachtig golvend landschap, omringd door uitgestrekte bossen. De neogotische Sint-Pieters-kerk uit 1870 steekt opvallend hoog boven de rest van het dorp uit. Teuven bezit twee kastelen. Vooreerst ‘De Hoof‘, eertijds de woonst van de plaatselijke heren. Na aankoop in 1985 door de Vlaamse Gemeenschap werd het privé heringericht, en nu wordt het uitgebaat als hotel-restaurant. De voormalige abdij van Sinnich is sinds de Franse Revolutie particulier bezit. Vanaf ongeveer 1250 woonden hier Augustinessen in een abdij die vanuit Kloosterrade (Rolduc) – nu Nederlands Limburg – was gesticht. Enkel dochters van adellijke bloede werden tot de gemeenschap van Sinnich toegelaten.

Een stukje geschiedenis

De voormalige abdij van Sinnich is sinds de Franse Revolutie particulier bezit. Vanaf ongeveer 1250 woonden hier Augustinessen in een abdij die vanuit Kloosterrade (Rolduc) – nu Nederlands Limburg – was gesticht. Enkel dochters van adellijke bloede werden tot de gemeenschap van Sinnich toegelaten.

Aan die beginjaren herinnert nog de romaanse toren uit de 13de eeuw, in natuursteen. De toren en de door de Akense architect Couven ontworpen voorgevel (1750) zijn vanaf de weg (wel met enige moeite) te zien. Net als de andere kastelen van Voeren is ook dit niet voor het publiek toegankelijk. Teuven behoorde tot het hertogdom Limburg, dat in 1288 aan het hertogdom Brabant kwam. Het vormde, samen met Sippenaeken en Beusdael, een afzonderlijke heerlijkheid. In 1557 werd deze heerlijkheid, voordien hertogelijk bezit, door Filips II van Spanje uitgegeven aan Gerard Colyn en in 1612 aan Gerard de Draeck.

In 1646 werd de heerlijkheid gesplitst en kwam Teuven, met Sinnich en Nurop, aan Gerard de Draeck, en het overige deel aan Adolf Colyn. Tot 1792 bleef Teuven in bezit van de familie De Draeck, die zetelde in het Kasteel van Teuven. Na dit jaar kwam het in bezit van familie De Négri.

Bij de onafhankelijkheid van België inventariseerde geograaf Philippe Vandermaelen in dit dorp 50 woningen in het centrum en 75 in Nurop en Sinnich, een kerk, een gemeentehuis, een molen, twee kastelen, een brouwerij en een lagere school. Samen met Sippenaeken waren er 902 inwoners die "Frans en Vlaams" (allicht Waals en Platt) spraken. Teuven is daarmee samen met Remersdaal en Obsinnich het enige grondgebied van de huidige provincies Belgisch en Nederlands Limburg dat van oudsher toebehoort tot het Hertogdom Limburg. Het belangrijkste bestaansmiddel van Teuven was de landbouw.